16 januari Periyar
Blijf op de hoogte en volg Lojan & Thei
16 Januari 2017 | India, Thekkadi
Vandaag loopt de wekker al vroeg af en kwart over zeven gaan we al naar beneden waar Naga al op ons wacht. Gisteravond hebben we drie ontbijten to go besteld en alles staat al klaar. In de auto is het loeiend heet want Naga heeft de verwarming hoog gezet terwijl het al 19 graden is. Volgens hem is het steenkoud en wij worden misselijk van de warmte.
In Thekkady, dat maar een klein eind hiervandaan ligt wacht al een gids op ons. Hij heeft alvast de kaartjes voor deelname aan de Nature Walk. Een bijna drie uur durende " wandeling" door het bos (oerwoud is een groot woord) waarbij een ranger van de Periyar Wildlife Sanctuary met ons mee zal gaan. Er is een kans dat we wilde dieren gaan zien. Maar gegarandeerd is dat niet.
Eerst moeten we een gezondsheidsverklaring tekenen. En ook een niet aansprakelijkheids verklaring. Je zult maar eens per ongeluk worden opgegeten. We vertrekken vanaf het Center. Een langwerpig bezoekerscentrum is van buiten beschilderd als een bijennest en bedekt met grote metalen bijen. Erg mooi.
We horen de eerste bosgeluiden. Verschillende vogelsen de krekels. De metershoge bamboe ritselt en in de bomen hangen vliegende honden mooi ondersteboven, Zo vroeg in de morgen hangt er een mooie mist boven de bomen en het gras is bedekt met dauw.Hierdoor kun je goed de spinnenwebben in het gras zien die bedekt zijn met fijne druppeltjes. We passeren verschillende verlaten wespennesten. Een steek van een grote wesp kan wel vijf dagen duren voordat het genezen is.
Plotseling spot de ranger enkele herten en een antilope. Maar ze blijven grotendeels verborgen door het hoge gras. Daarna verdwijnen ze in het bos.
Zelf gaan we van de grasvlakte ook het bos in. Er komt nog wat klauteren aan te passen. Over smalle olifantenpaadjes verder verwijderd van de bewoonde wereld. Hier zijn het letterlijk olifantenpaadjes..
Na een verdereklimpartij is het weer raak: een kudde bizons. Daar kun je beter niet al te dicht bij in de buurt komen. Ze kunnen gevaarlijk zijn. Dat zou je zo niet zeggen. Ze ogen redelijk onschuldig en dom met hun malende kaken. Hun hoorns zijn wat minder vriendelijk. Naast het pad staat een grote boom met diepe evenwijdige kerven erin. Hier scherpt de tijger zijn klauwen. En die zijn sterk dat kun je zien.
Boven bij de helling aangekomen vindt de ranger verse sporen van een olifant. De grond is er helemaal weggeschraapt. Er moet er op zijn minst een in de buurt zijn. Olifanten hebben een goede reukzin en waarschijnlijk hebben ze al in de gaten dat er mensen in de buurt zijn. Het zijn ontzettend grote en logge dieren maar ze bewegen erg snel door het bos. De ranger gaat een stukvoor ons uit de zaak verkennen en wenkt dat we moeten komen. Verderop het pad staat half verscholen een mannetjesolifant te grazen. Hij trekt met grof geweld kleine struiken uit de grond en rukt takken van de bomen. We moeten nu heel stil zijn. Probeer dat maar eens met de grond vol met droge bladeren. Dan verschijnen er uit het niets nog twee. Ze zijn zo ontzettend groot maar toch vallen ze tussen de bomen bijna niet op.
Je hoort alleen het geluid van de brekende takken. Ze komen nu onze kant uit en we moeten maken dat we wegkomen. Wilde olifanten zijn onvoorspelbaar. Zo plotseling als ze verschenen zijn, zozijn ze ook weer weg.Ondertussen geeft de ranger aan zijn collega' s door waar er dieren te spotten zijn en een ander paar sluit bij ons aan. VOOR ons plotseling weer een groep van drie dieren. Hierbij de leider van de kudde. Het mannetje maakt zich groot en begint met zijn oren te wapperen, Dat is een waarschuwing. Weg wezen hier. De groep wordt steeds groter doordat andere rangers bij ons aansluiten en met zoveelmensen is er niets meer aan. We volgen een andere eenzame olifant nog een tijdje en houden het voor gezien.
Op de terugweg horen we brulapen roepen en hoe hoe hoe. Maar te zien krijgen we ze niet. Wel een hoop verschillende vogels. Allemaal verschillend van prachtig gekleurd tot saaibruin. De namen kunnen we niet onthouden.
Ondertussen zitten onze ontbijtjes nog steeds in de rugzak. Die zullen we op onze veranda met een lekkere kop koffie erbij na afloop gaan opeten.
Op het programma staat nog een spice tour. Er liggen in de omgeving diverse plantages waar kardamom, peper, nootmuskaat en een hoop andere specerijen worden verbouwd. We krijgen een rondleiding en uitleg bij de verschillende soorten.De dame die ons uitleg verschaft gaat er erg diep op in. De weet vooral van de medicinale kant erg veel te vertellen. Een beetje teveel. Na een tijdje haken we af en knikken alleen nog ja en amen. Ze laat ons allerlei bladeren en vruchten zien en proeven. We kopen in het winkeltje wat peper en nootmuskaatnoten en vinden het welltjes.
Nu even wat nixen. Een heerlijke lokale koffie en gebak. Geen programma meer.
Morgen gaan we verder Kerala in en zullen we niet in de olie zijn (geen alcohol en vegetarisch) maar tussen de thee.
Welterusten...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley