Maandag 21 januari Bagan Yangon deel 2

Hallo allemaal,

Op dus naar de Chauk-Htat Gut pagode. Een grote liggende Buddha.
Ooit is hij zijn leven begonnen als half zittende maar ze vonden hem zo spuuglelijk dat ze er in 1957 maar een liggende van gemaakt hebben. Niet dat hij nu mooi is, maar hij is wel indrukwekkend. Zijn hoofd ligt niet naar het noorden dus hij is rustend en niet dood. We lopen er rondomheen. Aan de achterkant staat een soort cirkel met dieren erin. Voor Boedhisten is het heel belangrijk om te weten op welke dag van de week je geboren bent. Van deze dag hangt ook af hoe je naam zal zijn.
Iedere dag correspondeert met een letter of klank. Thei geboren op vrijdag t-klank. Har geboren op zondag a-klank. Lojan geboren op dinsdag een L-klank. Hoe bizar is dit. Is er misschien meer tussen hemel en aarde? Bij de pagode zijn ze net bezig grote glazen kasten met geldbiljetten op te bergen. Ongelooflijk wat mensen doneren. En dan nog de nodige bloemen en goudblad.
We rijden richting centrum. Hier bevinden zich nog oude koloniale Britse gebouwen. Maar goed dat ze sinds kort als historisch erfgoed worden beschouwd want ze staan veelal op instorten.
We maken een rondje door het 5 sterren Strand Hotel. Een superluxe oud hotel en het mooiste van de stad.
Dan nog een bezoek aan Chinatown met zijn groenten en fruit markt langs de straatkant. Overal kleine eettentjes. Ziet er heerlijk uit maar is het geschikt voor onze westerse magen?
Langzaam begint het te schemeren. Tijd om de Shwedagon Pagode te gaan. We gaan met de lift naar de voet van de Pagode. Daar wordt je stil van. Goud, goud, goud. Zoveel hebben we tot nog toe nog niet gezien. Overal waar je kijkt is alles van goud. Het is de heiligste Pagode van het land. Dagelijks komen er duizenden mensen op af. De pagode dateert uit 480 voor Christus en bevat een aantal haren van Buddha. Die legde men in een gouden kistje in een relekwiekamer. Daaroverheen kwam de stupa van 9 meter hoog. In 1469 was hij al gegroeid tot 90 meter en bevatte 40 kg goud. In de loop der eeuwen werd de stupa geregeld beschadigd door aardbevingen maar steeds weer opgebouwd. Nu is hij 98 meter hoog en en omtrek van 433 meter. Het bovendste deel is een koepel in de vorm van een omgekeerde kom. De parasol weeg alleen al een ton. Is bedekt met goed en edelstenen. De windvaan is versierd met 1100 diamanten en 1400 edelstenen. Op de vaan staat een bol met 4350 diamanten. De grootste is 76 karaat. Er hangen foto's waar je dit van dichtbij kunt bekijken. De stupa wordt iedere 3 jaar opnieuw verguld en het goud weegt inmiddels 60 ton. Gezien de huidige goudprijs een vermogen.
Het is ontzettend druk. Mensen zitten te bidden en offeren vanalles.
Buddabeelden krijgen een ritueel bad. Monniken zitten te mediteren bij de kleinere tempels. Hoe donkerder het wordt hoe mooier de stupa glanst. Hij is van alle kanten mooi uitgelicht.
Als je al dit goud zou gebruiken dan zou Myanmar een heel rijk land zijn. Er zou geen armoede meer heersen. Maar al dat geoffer zit in de natuur van de mensen, dat krijd je er niet meer uit. Zou Buddha dit zo bedoeld hebben. Denk het niet.
Het is al bijna 8 uur voordat we terug zijn in ons hotel. Alweer in de file gestaan. Helemaal afgepeigerd want het was een lange dag.
Tot dan...